Historische achtergrond

Deventer kaart

Deze historische voelplaat van Vilvoorde is gebaseerd op de Deventerkaart uit circa 1550–1560, een reeks stadsplattegronden getekend door cartograaf Jacob van Deventer. De kaarten hadden tot doel de steden in kaart te brengen voor militaire en administratieve doeleinden, en bieden vandaag een unieke inkijk in de structuur van laatmiddeleeuwse en vroegmoderne steden.

In de 16de eeuw bevond Vilvoorde zich in een belangrijke overgangsperiode. Als stad langs de Zenne en op het kruispunt van handelsroutes tussen Brussel, Mechelen en Leuven, had Vilvoorde zowel economische als strategische waarde. De stadswallen, poorten, molens en religieuze instellingen weerspiegelen de rol van Vilvoorde als versterkte en georganiseerde gemeenschap binnen het hertogdom Brabant.

Bredere contextueel gezien leefde Europa in de nasleep van de Italiaanse Renaissance, maar ook in de schaduw van religieuze spanningen die zouden uitmonden in de Reformatie. De Nederlanden stonden onder Spaans-Habsburgs bestuur en zagen een toenemende centralisatie van macht, maar ook groeiende onvrede bij steden en burgers. Dit tijdvak werd gekenmerkt door bouwactiviteit, religieus conflict, economische bloei én het ontstaan van cartografische precisie zoals in de werken van Van Deventer.

Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hoop kerk

De Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hoopkerk is het enige monument van op de kaart dat tot op vandaag nog zichtbaar is. Ze werd ontworpen door Adam Gheerijs, die ook het hertogelijk kasteel van Vilvoorde bouwde. De kerk ontstond in de 14de eeuw, in een periode van stedelijke bloei na het verkrijgen van stadsrechten. Gheerijs’ oorspronkelijke plan voor een imposante gotische kerk werd slechts gedeeltelijk uitgevoerd: enkel het koor en transept werden volgens ontwerp gebouwd, terwijl het schip en de toren later en soberder werden afgewerkt.

De kerk is een voorbeeld van Brabantse gotiek, herkenbaar aan spitsbogen, hoge vensters en verticale lijnen. Binnen zijn nog steeds een grafsteen en gedenksteen van Gheerijs te zien. Doorheen de eeuwen onderging het gebouw meerdere aanpassingen en restauraties, onder meer na de godsdienstoorlogen. Rond 1550 was de kerk al een indrukwekkend herkenningspunt in het stadsbeeld en vervulde ze een centrale rol in het religieuze en sociale leven van Vilvoorde. Ze blijft tot op vandaag een waardevol erfgoedmonument.

Kasteel van Vilvoorde

Het kasteel van Vilvoorde is een van de monumenten waar er vandaag niets meer van te zien is maar waarvan we weten hoe het eruitzag. Het werd tussen 1375 en 1380 gebouwd in opdracht van hertog Wenceslas van Luxemburg. Ontworpen door Adam Gheerijs, was het een imposante waterburcht aan de Zenne, geïnspireerd op de Parijse Bastille. Het kasteel combineerde residentiële en militaire functies en had het typische grondplan van een château philippien, met een rechthoekige binnenplaats, zware hoektorens en een versterkte inkomtoren. Dankzij zijn strategische ligging tussen Brussel, Leuven en Antwerpen speelde het een sleutelrol in de controle over het Brabantse kerngebied.

Vanaf 1408 deed het kasteel dienst als hertogelijke gevangenis. In de 16de eeuw, onder Spaans-Habsburgs bewind, werd het een centrum van religieuze repressie. Protestanten en politieke tegenstanders, zoals Antoon van Stralen en Jan van Casembroot, werden er opgesloten en terechtgesteld. Het gebouw werd later aangepast door Jan van Ruysbroeck, maar raakte tegen het einde van de 18de eeuw in verval. In 1774 werd het gesloopt om plaats te maken voor het Tuchthuis, ontworpen door Laurent-Benoît Dewez.

Rond 1550, de periode waarin Jacob van Deventer de kaart tekende, was het kasteel nog volledig operationeel, met een mix van militaire infrastructuur en woonfuncties. Het stond symbool voor hertogelijke macht en religieuze controle. Hoewel het vandaag verdwenen is, leeft zijn erfgoed voort in het stadsbeeld, het Tuchthuis en de herinnering aan figuren als William Tyndale, die er gevangen zat.

Grote Markt

De Grote Markt van Vilvoorde is een van de plekken waarvan we niet weten hoe ze er exact uitzag. Het ontwerp is gebaseerd op gelijkaardige afbeeldingen. Het is al sinds de 12de eeuw het centrale plein van de stad. Gelegen op het kruispunt van twee belangrijke middeleeuwse wegen – de Meer (nu Leuvensestraat) en de Vlaamse straat (nu Vlaanderenstraat) – groeide het uit tot een economisch en bestuurlijk centrum. Het rechthoekige plein behield doorheen de eeuwen grotendeels zijn oorspronkelijke vorm, zoals te zien op historische kaarten zoals die van Jacob van Deventer uit de 16de eeuw.

Twee gebouwen gaven het plein een bijzonder karakter: het stadhuis en de lakenhal. Het stadhuis, voor het eerst vermeld in 1239, symboliseerde de stedelijke autonomie sinds de stadskeure van 1192. Na zware schade in 1489 werd het heropgebouwd in de 16de eeuw en later vervangen door het huidige stadhuis in 1877. Op basis van een prent uit 1850 vermoedt men dat het oorspronkelijke gebouw een breedhuis was in bak- en zandsteenstijl.

De lakenhal, gelegen aan de oostzijde van het plein, was het centrum van Vilvoordes lakennijverheid. Ook dit gebouw werd heropgebouwd na de brand van 1489 en kreeg later andere functies, zoals vleeshuis. Rond 1550 was de markt opnieuw omgeven door openbare gebouwen en burgerhuizen. Het plein fungeerde als decor voor markten, processies en stedelijke aankondigingen, en weerspiegelde de regionale betekenis van Vilvoorde in een periode van herstel en groei.