Thermobloc Wanson

Bij de sloop van de fabriek Couperie d’Assche, ook bekend als ‘t Vellekenskot omdat er hazen- en konijnenvellen machinaal werden onthaard, werd een groot thermobloc van de firma Wanson aangetroffen. Dit thermobloc zorgde voor de verwarming van de industriële werkplaats. De firma Wanson had een fabriek in Haren tot 2004, maar werd volgens sommige bronnen in 1929 in Vilvoorde opgericht. De firma produceerde stoomketels en ketels voor luchtverwarming. In verschillende bedrijven in Vilvoorde, zoals P.B. Gelatines, waren machines van Wanson aanwezig.

 

Vilvoorde was een belangrijk centrum voor de verwarmingsindustrie met vooral de productie van radiatoren en verwarmingstoestellen. Uit kleinere gieterijen die rond 1900 in zowat elke straat te vinden waren, ontwikkelden zich grote fabrieken gespecialiseerd in de productie van kachels en radiatoren, zoals Fobrux, Ideal Standard en Peeters-Buelens.

Het werk dat fotografe Lola Pertsowsky ontwikkelde voor de thermobloc van Wanson toont verschillende momenten in het ‘leven’ van de machine en zijn omgeving. Ze toont het verre verleden: de machine als gebruiksobject op locatie in de fabriek, naast het meer recente verleden: de machine als monument net na de plaatsing op het Broekplein. Aan de hand van foto’s en tekst nodigt Pertsowsky de bezoeker in de toekomst uit om stil te staan bij de veranderingen die de machine, maar ook de omgeving heeft ondergaan. Tot in het kleinste detail is alles nu anders. Verder stelt ze het Broekplein en het landschap rondom voor als toeristische trekpleister. De thermobloc springt net zo hard in het oog als de top van een bergketen.

 

Het werk van Lola Pertsowsky (1988) situeert zich op het niveau van de details en wordt opgebouwd uit een fotografische assemblage van gedetailleerde beelden in tegenstelling tot meer algemene beelden. Deze verzameling creëert een fictieve ruimte die vragen stelt over de toe-eigening van de omgeving door de mens.

"We are not one, and being depends on getting on together." schrijft Donna Haraway in The Companion Species Manifesto. Otherness verwijst naar andere mensen, net als naar de andere soorten waarmee we leven zoals dieren, planten en, tot op zeker hoogte, het artificiële. Via fotografie, video en sculptuur, onderzoekt ze otherness als impliciet gegeven in zowel het levende als het levenloze.

 

Ze studeerde kunst aan EBABX in Bordeaux en behaalde een MA in fotografie aan Luca School of Arts Brussels in 2015. Haar werk was te zien bij FoMu (Braakland & .TIFF) en CENTRALE.lab. In Nederland exposeerde ze bij Kunstfort bij Vijfhuizen en in de Brakke Grond in Amsterdam.